Dionne Brussee begint op vierjarige leeftijd met pianolessen bij haar vader, Sam Brussee. Vanaf haar 6e gaat ze door met de pianolessen aan de muziekschool in Roermond en slaagt ze cum laude voor haar eerste graad.

Naast pianospelen zingt Dionne ook heel graag. Al op 5 jarige leeftijd zingt ze haar eerste sololiedje in de Laurentiuskerk in Roermond. Op haar zestiende begint ze met zanglessen aan de muziekschool in Roermond. Dat resulteert al meteen in een aantal optredens in diverse kerken en musea n Roermond. Op 18 jarige leeftijd wordt ze aangenomen op het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Ze volgt daar zanglessen bij Rina Cornelissens en privélessen bij Anette de la Bye. Een jaar later zingt ze haar eerste solorol in de Krönungsmesse van Mozart, in Leidschendam.

Hoewel zingen haar passie is, en ze daar ook mee doorgaat heeft Dionne ook nog andere ambities. Zo begint ze in 1991 met de studie Psychologie in Nijmegen waar ze haar propedeuse in haalt om verder te gaan met de doctoraalstudie ‘Cultuur- en Mentaliteitsgeschiedenis’ . Daarin studeert ze af op het onderwerp ‘Gezongen liturgie – vernieuwing van het kerklied in Nederland na het Tweede Vaticaans Concilie’. Hierin komen twee passies samen: de passie voor muziek en voor religie. Ze schrijft hierna diverse artikelen in verschillende bladen over haar onderzoek en de relatie tussen tekst en muziek en tussen muziek binnen de liturgie van een kerkdienst.

Intussen volgt Dionne zanglessen onder leiding van Casper van der Vinne, en maakt ze op 24- jarige haar debuut op het concertpodium als solist met een solorol in het oratorium Saul van Händel in het Musis Sacrum in Arnhem. Daarna volgen diverse optredens.

IN 1995 zet Dionne samen met een partner een grafisch ontwerpbureau op in Nijmegen, waarin ze ook werkzaam is. Daar heeft ze veel geleerd van het zelfstandig opereren, maar het blijkt niet de weg te zijn om op verder te gaan.

Als Dionne na haar afstuderen naar Amsterdam verhuist pakt ze daar de draad van het zingen op in het Nederlands Concertkoor o.l.v. Rob Vermeulen. Daar zingt ze 5 jaar in en doet mee aan diverse concerten in binnen en buitenland o.l.v. gerenommeerde dirigenten als Jevgeni Svetlanov, Hartmut Haenchen en Jaap van Zweden en met orkesten als: het Residentie Orkest, het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Orkest van het Oosten.

Ook nu weer volgt ze naast het zingen een opleiding. Aan de Universiteit van Amsterdam volgt ze de studie ‘Wijsbegeerte en Spiritualiteit’ . Ook herschrijft ze het onderzoek van haar scriptie over de beleving van muziek binnen de liturgie en publiceert de resultaten hiervan in het Tijdschrift voor Liturgie.

Vanaf 2002 gaat Dionne zich weer richten op het solistische vlak en treed daarin ook weer op. Ze gaat o.a. als solist zingen in de Johannes- en Matthäuspassion van J.S. Bach, o.a. in de Hooglandse kerk in Leiden, de Westerkerk in Amsterdam en de Grote Kerk in Monnickendam. Ook geeft ze lunchconcerten in de Oude Kerk in Amsterdam met diverse musici.

Naast de optredens gaat Dionne parttime werken bij het VU medisch centrum bij de Dienst Pastoraat en Geestelijke Verzorging waar ze naast haar functie als secretaresse ook lunchconcerten organiseert in de polikliniek en het ziekenhuis.

In 2004 ontvangt Dionne, n.a.v. haar optreden in het Requiem en het Excultate Jubilate  van Mozart samen met o.a. Sytze Buwalda, en Ludwig van Gijseghem  o.l.v. Sytze Stel een motiverende brief van Elly Ameling waarin deze haar zangkwaliteiten ‘uitstekend en verheugend’ noemt, en haar aanspoort verder te gaan met haar muzikale loopbaan.

In het jaar daarop, in 2005, maakt Dionne haar debuut in het Koninklijk Concertgebouw van Amsterdam  met de rol van Theodora in de gelijknamige opera van Händel, en zingt ze samen met o.a. Sytze Buwalda, Frans Fiselier en Marten Smeding, begeleid door het Amsterdams Kamerorkest o.l.v. Rudolf Grasman. Ze is dan volop bezig met zangoptredens, met naast haar solo-optredens met koor en orkest ook in het geven van liederenrecitals met diverse pianisten.
Ze breidt haar repertoire uit met opera, waarvoor ze o.a. lessen neemt bij de sopraan Charlotte Margiono. In 2010 zingt ze vervolgens in de opera King Arthur van Purcell (Lutherse Kerk, Utrecht) met begeleiding van het nationale ensemble Oude Muziek. En vertolkt ze de rol van Amor in een geënsceneerde uitvoering van de opera Orfeo van Gluck, in de schouwburg in Amstelveen.

In 2008 gaat Dionne werken in het OLVG bij de Dienst Geestelijke Verzorging, waar ze tot op heden werkt. Ze organiseert daar concerten voor patiënten en muziekactiviteiten voor medewerkers en zingt zelf ook regelmatig in vieringen en bij gelegenheden. Ze richt daar ook het OLVG koor op, waar ze later zelf dirigent van wordt. Met dit koor voert zij projecten uit met een gevarieerd repertoire, van Barok tot eigentijds populair.

Na een sabbatsperiode begin 2019 besluit Dionne om haar passie voor klassieke muziek te gaan vertalen naar verschillende vormen. Ze gaat - naast het weer gaan geven van zangoptredens - ook cursussen en lezingen geven over klassieke muziek, met als inspiratiebronnen de religie en de natuur. 
Ook binnen haar werk in het OLVG ontstaat er een nieuwe mogelijkheid om de muziek breder in te zetten. In 2019 start er een projectgroep waar ze deel vanuit maakt dat als doel heeft het aanbieden van muziek aan patiënten op de afdeling. Het ziekenhuis stelt hiervoor geld beschikbaar en het project loopt nu op verschillende afdelingen, waaronder de Psychiatrie en de Geriatrie. Het is nu al een groot succes. De bedoeling is dat dit ook op andere afdelingen gaat komen, en de IC en Oncologie zijn de eerstvolgende afdelingen waarop dit gaat plaatsvinden.